De deur moet niet dicht..
De deuren moeten open, maar wel voor iedereen.
Minister Leers antwoordde vorige week op vragen van Tofik Dibi dat hij in samenwerking met politie en gemeenten horecadiscriminatie harder wil aanpakken. Desnoods moeten vergunningen worden ingetrokken. Het Panel Deurbeleid Rotterdam is daar niet voor. De deuren moeten niet gesloten worden, maar de deuren moeten juist open, voor iedereen zonder onderscheid op grond van afkomst, sekse, seksuele gerichtheid, geloof of handicap.
Discriminatie bij horecagelegenheden is een hardnekkig verschijnsel met regelmatig publicitaire aandacht. In 2011 kwamen bij het Panel Deurbeleid Rotterdam weer 84 klachten binnen. Geheel tegen de algemene trend in, zelfs meer klachten dan in 2010. Van de meldingen betrof 57 % weigering aan de deur op grond van afkomst. De meest genoemde reden van weigering is het argument dat iemand geen vaste klant is. Een argument dat vaak alleen gehanteerd wordt bij mannelijke gasten met een allochtone achtergrond. Dit geldt overigens ook voor een aantal andere weigeringsgronden. Op het eerste gezicht neutrale weigeringsgronden worden regelmatig gebruikt om specifieke groepen te weigeren.
RADAR houdt zich al meer dan twintig jaar bezig met de bestrijding van discriminatie, ook horecadiscriminatie. Verschillende manieren van aanpak zijn beproefd. Zo heeft RADAR in 2011 in Dordrecht diverse praktijktesten uitgevoerd, aan de hand waarvan de Commssie Gelijke Behandeling uitspraak deed dat een exploitant aan zijn deur discrimineerde.
Het kan ook op een andere manier. Zo bestaat het Panel Deurbeleid Rotterdam dit jaar precies 10 jaar. Uitgangspunt van het Panel is een gezamenlijke aanpak van horecadiscriminatie met vertegenwoordigers van horeca, gemeente, politie, jongeren en antidiscriminatie bureau met als doel een gastvrije horeca.
Na het melden van een klacht wordt bekeken wat er gedaan kan worden en wat de melder wil. In eerste instantie stelt het Panel een gesprek met de exploitant voor. Zo’n 20 % van de melders gaat hierop in. Tijdens zo’n gesprek kunnen misverstanden uit de wereld worden geholpen en wordt de exploitant scherp gehouden op zijn gevoerde deurbeleid. Mochten er over een bepaalde horecagelegenheid veel meldingen binnenkomen dan voert het Panel een indringend gesprek met de ondernemer.
Als dit beleid breed gedragen wordt, kan mogelijke discriminatie aan de deur snel worden gesignaleerd en kan er door de korte lijnen met de horeca-exploitanten ook snel gecorrigeerd worden. Het is dan wel noodzakelijk dat jongeren blijven melden als zij vermoeden dat er sprake is van discriminatie aan de deur. Al 5 jaar is er in Rotterdam ervaring met een sms-mogelijkheid voor klachten aan de deur. Dat werkt goed. Sms’en kan meteen en is een laagdrempelige manier om klachten te melden. In een tijd dat veel mensen een smartphone hebben, is bovendien het indienen van een klacht via e-mail ook een snelle optie.